Hoe gaat de opname van een zwerfdier in z’n werk?

Een zwerfdier wordt gevonden en door de vind(st)er, dierenambulance of politie naar het asiel gebracht. Bij binnenkomst wordt het vindersformulier ingevuld, daarna wordt het dier in de quarantaineruimte geplaatst. Vervolgens wordt het dier behandeld tegen vlooien, oormijt en teken. Daarna wordt het dier tenminste 14 dagen in quarantaine geplaatst, tenzij de eigenaar binnen die tijd het dier ophaalt.

De drie vaste medewerksters zullen samen met een groep enthousiaste vrijwillige dierverzorgsters het dier nauwkeurig volgen en hun bevindingen in het logboek noteren, zodat er bekendheid ontstaat over het karakter en eventuele medische problemen. Na de quarantaine verhuist het dier naar het honden- of kattenverblijf. Katers en poezen worden eerst nog gecastreerd en gesteriliseerd. Ook krijgen de dieren nog hun entingen en worden gechipt. Pas dan is zij/hij klaar voor plaatsing.

 

Afstand doen van een dier

Ons asiel neemt in principe afstandsdieren op.

De voorwaarden hiervoor zijn:

• Het dier dient goed plaatsbaar te zijn
• Het dier dient geënt, gechipt en geneutraliseerd te zijn, bij oudere dieren kan er ook bloedonderzoek nodig zijn
• Er dient voldoende plaats te zijn
• Het dier komt bij voorkeur uit ons verzorgingsgebied
• Het dier mag geen gevaar vormen voor de andere dieren, personeel of vrijwilligers